Bij de oudere modellen HD’s werden verschillende soorten contactpunten gebruikt.

Met name de eerste modellen geven vrij veel problemen en zijn veel lastiger af te stellen dan de latere modellen.

Montage van latere modellen contactpunten in een oud model HD geven een direct merkbare verbetering en een opvallend beter lopende motor.

Bij de Harley-Davidson modellen tot begin 1978 werden origineel contactpunten toegepast.

De tweede helft van 1978 ging men over op een elektronische ontsteking omdat punten bij de meer moderne motorblokken met hogere compressieverhoudingen niet in staat waren het mengsel goed te ontsteken en voor een volledige verbranding te zorgen.

Ook speelde hierbij natuurlijk de steeds slechtere (milieuvriendelijke) benzine mee die tegenwoordig uit de pomp komt.

 

Drie generaties punten
Er werden in de periode na 1930 door HD drie generaties contactpunten gemonteerd.

Het eerste model was in gebruik van 1930 t/m 1948, daarna kwam een setje dat gemonteerd werd van 1949 t/m 1969 en in 1970 ging men over naar het laatste model dat in gebruik bleef tot begin 1978.

Na deze periode werden alleen nog elektronische ontstekingen gemonteerd.
Met name de eerste set, in gebruik van 1930 t/m 1948, is ronduit rampzalig.

Het asje waar de bewegende contactpunt om draait zit vast gemonteerd op de ontsteking grondplaat en is geïsoleerd met een pertinax busje en twee pertinax ringetjes.

Pertinax is versterkt papier en is ontwikkeld tussen 1920 en 1925 en werd jarenlang toegepast als isolatie materiaal bij elektrische schakelingen.

Omdat de sterkte en slijtvastheid beperkt is, werd het al vele tientallen jaren geleden vervangen door meer moderne materiaal als glasvezel en versterkte epoxie.
Als je bij deze eerste generatie de contactpunten vervangt, blijft het oude draaipunt met pertinax isolatie zitten en daar worden dan de nieuwe punten op gemonteerd.

In de loop der jaren zal de pertinax isolatie slijten en zullen er groeven in ontstaan.

Door deze slijtage zullen de punten niet goed af te stellen zijn en het ontstekingtijdstip zal wisselen. Ook zal er lekstroom optreden door de gebrekkige isolatie.

Om deze reden zijn de HD fabrieken in 1949 overgestapt op contactpunten waarbij het draaipunt in de contactpunten zit en dus automatisch met de punten vervangen wordt.

 

Ombouwen
Als je een model HD hebt met de losse punten, die in gebruik waren bij de bouwjaren 1930 t/m 1948, is ombouw naar latere modellen punten een duidelijk merkbare verbetering.

Bij de ontsteking die in gebruik waren van 1949 t/m 1969 is de ombouw minder zinvol omdat de bij deze modellen gebruikte contactpunten goed functioneren.

Je begint met de grondplaat van de ontsteking van de motor te halen.

Na verwijderen van de oude punten en condensator hou je een kaal huisje over met daarop alleen nog het oude asje voor de contactpunten. Dit asje verwijder je ook door aan de onderzijde even het felsrandje voorzichtig weg te boren.

Nu las je alle oude gaatjes op de grondplaat even dicht. Na het dichtlassen maak je de bovenzijde van het huisje weer netjes vlak.

Naast de lasjes vlak je ook gelijk de twee “hobbels” op het huisje waar voorheen het oude model condensator mee op zijn plaats gehouden werd.
Nu kunnen de nieuwe gaten geboord worden.

Hierbij heb je twee mogelijkheden; De moeilijkste manier is om aan de hand van een grondplaat van een model na bouwjaar 1970 de plaats van de nieuwe gaatjes te bepalen. Dit dient zeer nauwkeurig te gebeuren, anders zijn de punten later niet goed af te stellen!

Veel eenvoudiger is even langs je locale HD shop te gaan, de meesten die ook aan de oudjes sleutelen hebben hiervoor wel een boormalletje waarmee dit klusje in 5 minuten geklaard is.

De drie gaatjes die je moet boren worden allemaal 3,3 millimeter. Het gaatje waar het scharnier asje van de punten dient met een grotere boor iets verzonken te worden omdat de moderne punten een borst hebben op het punt waar zij op de grondplaat komen. Hierna nog even in de andere twee gaatjes schroefdraad tappen voor de bevestiging van de contactpunten en de condensator en de boel kan weer op zijn plek op de motor.

 

De condensator
Met de moderne punten, monteren we natuurlijk ook gelijk een moderne condensator.

Je bent dan tevens van die rare messing strip af en kunt in de toekomst simpeler een nieuwe condensator monteren die daarnaast overal verkrijgbaar is.

Je hebt dan in de toekomst veel meer keus in kwaliteit en ze zijn prettiger geprijsd dan de oude modellen. Goede merken zijn Standaard Co en Accel.

Let even op dat het lipje waarmee de condensator aan de punten komt niet tegen de ontstekingskap aankomt.

Soms moet je dit lipje even iets ombuigen.

De originele ontstekingen hadden een doorvoer in de vorm van een speciaal borstboutje met isolatieplaatjes en ringetjes. Ook op dit punt is lekstroom mogelijk als er zich vuil ophoopt.

De beste oplossing is om de originele boel weg te laten en de draad vanaf de contactpunten direct naar de bobine door het gat te voeren.

Doe om de draad een stukje isolatiekous of dunne benzineleiding om te voorkomen dat de draad bij de doorvoer doorslijt.

 

Afstellen
Het afstellen van de ontsteking verloopt hetzelfde als bij de oude punten.

Je haalt de bougies eerst even uit de motor en verwijdert de ontstekingsplug aan de linkerzijde van het motorblok.

Je begint met de contactpunten op een wijdte van 0,022 inch op het hoogste punt van de nok te zetten.

Als dit gebeurt is langzaam op de kickstarter duwen tot je de inlaatklep van de voorste cilinder eerst open ziet gaan en daarna weer ziet sluiten.

Hierna langzaam doordraaien tot vlak voor het bovenste dode punt het merkteken van de ontsteking precies midden in het inspectiegat ziet staan.

Nu de krukas niet meer draaien en de grondplaat van de ontsteking zo afstellen dat in de vervroegde situatie de nok van de contactpunten op het streepje van de ontstekingsnok staat met het draaiende handvat in de vervroegde stand.

Alles vast zetten en klaar is Kees.

 

De bobine
Je kunt de originele bobine natuurlijk gewoon blijven gebruiken.

Wil je echter een betere vonk en ben je niet echt gehecht aan een origineel uiterlijk, dan is het een optie om een bobinesteun met bobine van een laat model Servicar te monteren, al dan niet in combinatie met ombouw naar 12 volt.

Het onderdeelnummer van de steun voor de latere modellen bobines is OEM 31725-48A.

Ze zijn volop leverbaar en worden nog gewoon nieuw gemaakt. In de bobines is volop keus en o.a. de firma’s Dyna en Accel leveren goede kwaliteit bobines.

De drie modellen ontstekingen. Links voor de punten van 1930-1948, in het midden voor de modellen 1949-1969 en rechts voor 1970-1978.
Met een simpel boormal is de aanpassing een fluitje van een cent en komen de gaten precies op de goede plaats.
Het nieuwe model contactpunten en de condensator gemonteerd.