De Compu-Fire ontstekings module

De firma Compu-Fire is beslist geen nieuwe ster aan het firmanent. Al geruime tijd fabriceert deze firma onder andere een van de meest geavanceerde ontstekingssystemen op de markt. Dit systeem, de “ELITE”, heeft in mijn ogen echter het nadeel dat het voor de gewone HD-rijder veel te gecompliceerd is. Zelfs diegenen met een flink getunde motor benutten nog niet alle mogelijkheden van dit geavanceerde systeem. Ook is dit systeem erg groot en lomp waardoor het erg in het oog springt. Compu-Fire is nu echter met een een ontstekingsmodule op de markt gekomen die een vervanger is voor de originele module en perfect geschikt is voor de HD-rijder die alles uit zijn motor wil halen, maar toch geen ingewikkelde toestanden wil en dat alles voor een redelijke prijs. Deze ontsteking heeft alle benodigde mogelijkheden en is bovendien ook nog naar keuze voor single-fire of dual-fire toepasbaar.

Het eerste dat opvalt bij het uitpakken van de ontsteking is dat zelfs hier “billet” al toegeslagen heeft. Volgens mij wat overdreven, want de ontsteking zit meestal onder het zadel (bij een Softail) of achter een deksel (bij Sportster, FXR en Dyna). De module is in 4 modellen leverbaar. Er zijn twee basismodellen, de HDE-6 voor de Sportster en de HDE-5 voor de Big Twins. Beide modellen zijn leverbaar met twee soorten stekkers voor de aansluiting op de originele kabelboom. Het meest gangbaar is de 7 pens “D” stekker. Op de modellen van na 1994 gebruikt Harley ook de z.g. “Duitse” stekker. Let er wel op welke stekker op jouw motor zit als je een ontsteking gaat bestellen. De ontstekingsmodules kunnen zo in de originele stekker gestoken worden bij de modellen van 1991 en later. Als je een Big Twin hebt met een bouwjaar dat tussen 1984 en 1990 ligt of een Sportster van 1986 tot 1990 moet je ook nog een verloopkabeltje bestellen dat via Compu-Fire leverbaar is. Heb je een Big Twin van voor 1984, dan dien je bij je HD-dealer nog een ontstekingsgever met opnemer te kopen (HD-onderdeelnummer 32402-83 en 32400-80A).


DE MONTAGE (single-fire)
De montage is bijzonder eenvoudig. Allereerst moet je natuurlijk altijd werken met het contact van de motor uitgeschakeld en de minkabel van de accu los gemaakt. Nu kun je de originele module verwijderen. Bij Softail modellen zit deze onder het zadel, bij FXR’s en Dyna’s aan de zijkant achter een cover. Bij Tour Glide’s en sommige Elektra Glide modellen bevindt de module zich aan de zijkant van het balhoofd. Gewoon de stekker lostrekken en de twee bevestigingsschroefjes van de module losdraaien. Bij modellen van 1991 en later schroef je de module op de plaats van de oude ontsteking met gebruik van de originele boutjes en je sluit de stekker aan. Is de motor ouder dan 1991 dan moet je hem met gebruik van het Compu-Fire verloopkabeltje aansluiten. De twee draadjes die overblijven zijn alleen nodig bij single-fire gebruik. Vergeet niet om deze draadjes goed te isoleren als je ze niet gebruikt, zodat zij nergens contact kunnen maken met massa.


DUAL-FIRE
Bij gebruik als dual-fire ontsteking moet je nu nog de originele bobine verwijderen en vervangen door twee aparte bobines (voor elke cilinder een). Je moet nu de twee plus draden die naar de originele bobine liepen aansluiten op de plus aansluiting van een van de twee nieuwe bobines. Van deze aansluiting uit trek je nu een doorverbinding naar de plus van de tweede bobine. Nu sluit je de originele draad die aan de min-zijde van de originele bobine zat (meestal roze), aan op de minzijde van de bobine van de voorste cilinder. Het korte blauwe draadje dat uit de Compu-Fire module komt sluit je aan op de minzijde van de bobine van de achterste cilinder. De draad die van de toerenteller komt moet bij single-fire gebruik niet meer op de minzijde van de bobine aangesloten worden, maar aan de groene draad die uit de ontstekingsmodule komt.


DE KEUZE VAN DE BOBINE
In principe zijn de Compu-Fire ontstekingen bruikbaar met alle bobines die een inwendige primaire weerstand hebben van 2 ohm of meer. Echter, bij een hogere inwendige weerstand krijgen we ook een aanmerkelijk zwakkere vonk. Kies daarom bij voorkeur altijd voor een bobine die geen grotere weerstand heeft dan maximaal 3 ohm. Met name de bobines die op de oude modellen van voor 1980 gemonteerd werden (HD nummer 31506-65A) geven een veel zwakkere vonk als je ze in combinatie met een electronische ontsteking gebruikt.


HET AFSTELLEN
De ontstekingsmodule is voorzien van twee meerstanden schakelaars en een rode led. Met de linkse schakelaar kan de toerentalbegrenzer ingesteld worden, met de rechtse schakelaar kies je voor een bepaalde vervroegingscurve. Met deze schakelaar bepaal je bij welk toerental de motor zijn maximale vervroeging heeft. De rode led knippert als de ontsteking in gebruik is. In noodgevallen, bijvoorbeeld bij pech onderweg, kan hij ook nog als statische afstellamp gebruikt worden. Je moet daarna natuurlijk zo snel mogelijk de onsteking goed op tijd zetten met een stroboscoop. We beginnen bij het afstellen met de knop van de toerentalbegrenzer. We zetten de schakelaar van de toerentalbegrenzer in stand 8 op de 50 % VOES stand. De schakelaar van de vervroegingscurve stellen we ook in op stand 8, maar hierbij moet de schakelaar tevens ingesteld worden op het toegepaste ontstekingssysteem (single- of dual-fire). 

De stand 8 is de meest “tamme” stand voor de vervroegingscurve, terwijl stand 1 de meest “agressieve” vervroegingscurve geeft. Nu ga je een flinke testrit maken. Als alles naar behoren functioneert schakel je eerst het contact uit en je zet de schakelaar van de vervroegingscurve op stand 7. Nu maak je weer een proefrit. Als alles weer goed gaat zet je de schakelaar op stand 6. Hiermee ga je net zo lang door tot de motor begint te pingelen en/of te petsen. Als je dat punt bereikt hebt zet je de schakelaar een stand terug. Dit is nu de beste stand voor jouw motor. Je kunt later natuurlijk de vervroegingscurve op dezelfde wijze aanpassen als je bijvoorbeeld tijdens je vakantie veel bagage op de motor hebt of alleen slechte benzine kunt kopen onderweg. 

Na het afstellen van de vervroegingscurve stel je de toerental begrenzing in. Denk er hierbij wel aan dat het originele klepbedieningssysteem niet meer dan 6500 toeren per minuut kan verdragen. Stel dus bij een originele HD de begrenzing in op deze waarde. Alleen bij speciaal geprepareerde motoren is het mogelijk om voor een hoger toerental te kiezen. De schakelaar waar we de toerental begrenzing mee instellen heeft ook nog de mogelijkheid om te kiezen uit een 50 % of een 100 % VOES instelling. Voor zware motoren en motoren die meestal met twee personen met bagage bereden worden voldoet de 50 % VOES instelling het best. Bij lichte motoren die voornamelijk solo bereden worden en waarin hoog-octaan benzine getankt wordt kan men beter de 100 % VOES instelling gebruiken. Mocht de motor in de 100 % VOES stand pingelen of petsen, dan kun je voor een rustigere vervroegingscurve kiezen of de schakelaar terug zetten in de 50 % VOES stand. Je kunt deze ontsteking ook geheel zonder VOES gebruiken, maar je moet er dan wel op letten dat dat de draad die normaal naar de VOES loopt goed geisoleerd is en nergens massa kan maken.


HET SPORTSTER PROBLEEM
Een van onze klanten had een probleem met zijn Sportster uit 1990. De motor was geheel origineel en had de kwalijke eigenschap om er regelmatig mee op te houden. De bougies waren dan vet en nat. Na montage van een paar nieuwe bougies liep hij dan weer de volgende 800 kilometer goed tot het euvel weer optrad. Er waren in de loop der tijd diverse soorten bougies geprobeerd, een andere bobine, nieuwe bougiekabels, etc. Het probleem bleef echter optreden. Nu zijn de latere modellen Sportsterren niet echt beroemd om hun formidabele vonk, maar deze motor bakte het wel heel erg bruin. Na montage van de Compu-Fire ontsteking viel het gelijk op dat de vonk veel beter was. Het gammele vonkje dat een beetje traditioneel is voor de Sportsterren was vervangen door een vonk die er “uit knalde”. De motor liep veel mooier en nam veel beter op in het middengebied. Ook het vet slaan van de bougies was gelijk over. Een duidelijk teken dat deze ontsteking een stuk beter presteert dan het originele model. Ook een full-dressed Softail uit 1995 waarop we deze ontsteking monteerden deed zijn werk gelijk een stuk beter, vooral bij een redelijk sportieve rijstijl.


ANDERE PRODUCTEN
De firma Compu-Fire fabriceert naast de bovenstaande ontstekingen nog andere leuke dingen die het leven voor de HD-rijder een stuk prettiger kunnen maken. Er is o.a. een sterke startmotor van naar keuze 1,4 en 2,0 kilowatt (de originele is slechts 1,2 kilowatt) voor de rijders met dikke strokers, een dynamoveld met bijpassende spanningsregelaar die 40 ampere levert voor motoren met een elektrische installatie die zwaar belast wordt en een serie bobines die er uit zien als originele modellen maar zelfs een sterkere vonk leveren dan de bekende Dyna coils.