In de eerder gepubliceerde stukjes over de Linkert carburateurs werd al geschreven dat de schroefdraadbussen in de cilinders voor het spruitstuk van de WL modellen te klein zijn en de motor daardoor slecht kan “ademen”. Om deze reden werden op de sportievere WLD en WLDR modellen door de HD fabrieken modellen met een grotere doorlaat gemonteerd. Door veel zijklepper berijders werden we telefonisch en per mail benaderd met vragen hoe deze aanpassing nu precies gedaan moet worden. Om het voor iedere doe-het-zelver duidelijk te maken hierbij een beschrijving van deze modificatie die je 750 zijklepper echt tot leven brengt en ervoor zorgt dat je voortaan op de snelweg gewoon mee kunt komen met de rest van het verkeer, terwijl het motorblok ook nog koeler blijft.
Historie
Naast het standaard burgermodel WL en de legermodellen WLA en WLC had HD in die tijd ook nog een luxe model dat sneller en sportiever was en WLD als type aanduiding had. Daarnaast was er ook nog een WLDR die een nog snellere uitvoering dan de WLD was en, naast gebruik op de weg, ook geschikt was voor wegraces voor standaard motoren die in die tijd erg populair waren. Het ging er in die tijd anders aan toe dan tegenwoordig, men reed gewoon op zijn eigen motor naar het circuit, demonteerde eerst even de overbodige onderdelen als uitlaatdemper, voorspatbord, koplamp, enzovoort en daarna ging je racen. Na de wedstrijd werden de gedemonteerde onderdelen terug gezet en reed men weer gewoon op dezelfde motor naar huis.
In die tijd werd bij het sneller maken van een bestaand model door de HD fabrieken vaak gebruik gemaakt van onderdelen die al in fabricage waren voor andere modellen motoren. Dit was natuurlijk veel eenvoudiger en goedkoper dan een nieuw onderdeel te gaan fabriceren want het lag toch al in het magazijn. Voor ons is dit een voordeel, want je hoeft niet op zoek naar exotische onderdelen, maar je kunt gewoon standaard materiaal gebruiken dat volop aanwezig is en nog nieuw steeds gefabriceerd wordt.
Een ernstige beperking in prestaties bij de standaard WL modellen was het inlaatcircuit en op de snellere WLD en WLDR modellen werden dan ook andere inlaatbussen en spruitstukken gemonteerd.
We gaan eerst een kijken welke inlaatbussen de HD fabrieken in die tijd gebruikten voor de snelle modellen 750 zijkleppers.
Bij de WLD modellen 1940-1946 werd de schroefdraadbus gebruikt die eigenlijk voor de kopklepmodellen 1936-1939 bestemd was en een doorlaat had van 1-7/16 inch met onderdeelnummer 27039-36. Bij de WLDR modellen werd de nog grotere inlaat bus van de kopkleppers 1940-1947 gebruikt met een doorlaat van 1-9/16 inch met onderdeelnummer 27039-40.
Voor dagelijks gebruik op de weg kan het best de inlaatbus van het eerste model WLD met onderdeelnummer 27039-36 gebruikt worden. Met de grotere bussen van de latere modellen WLD en WLDR verliest men namelijk veel trekkracht in het lage toerengebied en moet er erg veel aan de inlaatkanalen veranderd worden en een andere carburateur met 4-bouts bevestiging toegepast worden.
We beginnen
De ombouw is eigenlijk erg eenvoudig. Na het uitboren van de klinknagel kunnen de twee originele schroefdraadbussen uit de cilinder geschroefd worden. Nu moeten de beide cilinders even op een freesbank voorzien worden van een grotere schroefdraad zodat de grotere WLD bussen er in geschroefd kunnen worden. Dit klusje kun je beter even uitbesteden aan je locale HD specialist. Je hebt er een speciale opspanplaat voor nodig om de cilinder onder de goede hoek op de freesbank op te spannen en voor één setje cilinders zo’n mal maken is veel gepuzzel en veel werk. Als dit klusje geklaard is moeten we eerst even de inlaatpoorten wat aanpassen met een Dremel of een andere handfrees om een mooie poort te krijgen die aansluit op de grotere bussen.
De nieuwe grotere WLD inlaatbussen zijn ongeveer 3,5 millimeter korter dan de originele WL inlaatbussen. Als je de nieuwe bussen er zo in zou schroeven, ontstaat hierdoor een rare rand in de poort die ongunstig is voor de doorstroming. Hiervoor zijn simpele aluminium vulringen op de markt om deze ruimte op te vullen. Deze aluminium vulring is tevens een ideale mal om de grootte van het inlaatkanaal te bepalen. Al het materiaal van de cilinder dat inwendig binnen de aluminium ring uitsteekt even voorzichtig wegfrezen en klaar is Kees. Ga niet te uitbundig aan de gang met je frees en maak de poorten niet te groot, alleen het kleine beetje materiaal wegfrezen dat in de weg zit voor de gasstroom achter de aluminium vulring geeft het beste resultaat voor dagelijks gebruik. De inlaatpoorten zijn al haast aan de maat voor de WLD inlaatbussen en je hoeft dus alleen maar een heel klein randje weg te frezen op het punt waar de schroefdraad ophoudt. Bij te grote poorten verlies je trekkracht bij lage snelheden.
Een uitzondering zijn de meeste aftermarket cilinders. Daar zijn de poorten meestal zo ontzettend beroerd van dat er onder de klep ook voldoende doorlaat gecreëerd moet worden omdat deze imitatie cilinders vaak maar de helft van de doorlaat van originele cilinders hebben. Ook dit probleem is met een handfrees eenvoudig op te lossen.
Het inlaatspruitstuk
Het originele spruitstuk dient vervangen te worden voor een model met een grotere doorlaat. Als je erg gehecht bent aan origineel kun je op zoek gaan naar een origineel WLD spruitstuk. Het originele onderdeelnummer ervan is 27024-40. Je moet er wel op rekenen dat je even bezig bent, want er zijn van 1937 t/m 1942 slechts 2464 WLD modellen geproduceerd. Ook zal er een heftig prijskaartje aan het spruitstuk hangen omdat het een collectors item is.
Een beter en goedkoper alternatief is om een aftermarket spruitstuk te kopen. Er zijn replica’s op de markt van een “race” spruitstuk uit die tijd. De firma Speedmaster maakte in de 40er jaren een spruitstuk dat opgebouwd was uit stukken pijp en daardoor nauwkeuriger kon worden gefabriceerd. Bij deze spruitstukken kon men de wanddikte dunner houden om dat luchtbellen in het materiaal, die lekkage veroorzaken, hierbij niet mogelijk zijn. Gietijzer heeft dit probleem vaak wel. Men claimde er indertijd betere prestaties mee dan met een origineel gegoten spruitstuk. Replica’s van deze spruitstukken worden nog steeds gefabriceerd. Bij de WLD spruitstukken dient altijd een vulblok tussen de carburateur en het spruitstuk gemonteerd te worden (OEM 27034-41).
Bij de WLD spruitstukken dienen de inlaatmoeren en afdichtingringen gebruikt te worden voor een WLD, die hetzelfde zijn als van een 1200 zijklepper en nog gewoon nieuw door o.a. Colony gefabriceerd worden.
De carburateur
Origineel werd op de WLD modellen een Linkert carburateur met een 1-1/16 venturie gemonteerd. Bij de verschillende bouwjaren werden de volgende modellen Linkerts gemonteerd op de WLD modellen: van 1937 t/m 1939 model M-2, van 1940 t/m 1941 model M-41 en van 1942 t/m 1947 het model M-51. Deze laatste carburateur is nog wel te vinden omdat hij ook standaard op de burgermodellen WL en de 1200 en 1300 zijkleppers zat. Algemeen voorkomend op de WLA en WLC legermodellen is de Linkert carburateur model M-88. Deze is eenvoudig om te bouwen naar een M-51 uitvoering, dat bespaart je de aanschaf van een andere carburateur.
Er zijn ook spruitstukken voor de 1-1/2 inch Linkert carburateur met de 4-bouts bevestiging op de markt. Bij deze grotere Linkerts is het raadzaam een Bomb-Sight venturie te monteren om bij lage toeren voldoende trekkracht te houden. Standaard waren alleen de Linkert race carburateurs (die de aanduiding MR- hadden) en van de productiemodellen alleen de de M-53 modellen uitgerust met een Bomb-Sight en deze carburateurs zijn moeilijk te vinden. Deze venturies worden tegenwoordig echter ook voor de andere meer gangbare modellen 4-bouts Linkerts, zoals bijvoorbeeld de M-74, gefabriceerd en deze modellen carburateurs zijn nog redelijk verkrijgbaar.
Na het lezen van dit artikel moet het voor iedereen duidelijk zijn hoe je deze eenvoudige ingreep zelf uit kunt voeren.
Veel sleutelplezier toegewenst bij deze eenvoudige ingreep die echter verrassende resultaten heeft.