ACHTERUIT VERSNELLING
Motorfietsen rijden meestal vooruit. Soms moet je echter wel eens een stukje achteruit. Nu is dat met een lichte chopper een fluitje van een cent, maar met een full dresser, zijspan combinatie of trike gutst het zweet dan onder je helm vandaan, over je rug, in je bilnaad. Niet echt leuk dus, zeker niet met een duopassagier op je motor. Natuurlijk is er een oplossing voor dit probleem. We gaan in dit artikel een kitje van Zodiac monteren dat het leven een stuk eenvoudiger en prettiger maakt.
De oude oudere modellen vierbakken hadden origineel de mogelijkheid om de bak om te bouwen naar een 3-bak met achteruit. Bij de latere 5- en 6-bakken is dit standaard niet mogelijk. Natuurlijk is de after-market daar snel ingesprongen en zijn er diverse kitjes op de markt waarmee het achteruit rijden ineens leuk wordt. Er zijn verschillende kits voor de 5- en 6-bakken, afhankelijk van het bouwjaar van de versnellingsbak. Een voordeel is dat je de versnellingsbak niet uit de motor hoeft te halen. Er komen echter wel wat werkzaamheden bij voor die alleen uitgevoerd kunnen worden door een wat meer ervaren monteur. Als je dus niet over een goed uitgeruste werkplaats en voldoende sleutel ervaring beschikt, is het misschien verstandig om de inbouw even door je local dealer te laten verrichten.
Belangrijk
Tijdens het achteruit rijden moet de versnellingsbak altijd in zijn vrijstand staan. Als dit niet het geval zou zijn, moet de versnellingsbak twee kanten tegelijk op draaien en dat gaat niet. Het gevolg zal een berg kapotte versnellingsbak onderdelen zijn. Om dit te voorkomen is er een elektrische beveiliging bij de kit geleverd die er voor zorgt dat het niet mogelijk is om in een normale versnelling vooruit en gelijktijdig in de achteruit te staan. Als je toch zou proberen om de bak in zijn achteruit te zetten terwijl hij nog in een versnelling staat, slaat de motor via de startonderbreking gelijk af. Sluit deze beveiliging altijd aan op de bestaande bedrading. Je voorkomt een hoop ellende en dure reparaties!
Demontage
We beginnen met alles dat in de weg zit, zoals de uitlaat, te demonteren. Na van de versnellingsbak de olie afgetapt te hebben kunnen we het zijdeksel waar de koppelingskabel uitkomt demonteren. Als het deksel eraf is, zien we op de uiteinden van de assen van de versnellingsbak twee zelfborgende moeren. Deze draaien we los en we verwijderen ook de twee ringen die achter de moeren op het lager liggen. Deze onderdelen gebruiken we niet meer. Tot zover de demontage, hierna kunnen we de kit gaan monteren.
Montage van de achteruit kit
We beginnen met op de voorste as het tandwiel voor de achteruit te monteren met behulp van het bijgeleverde stukje gereedschap en wat Locktite borgvloeistof. Het geheel op het voorgeschreven aanhaalmoment vastzetten. Hierna is het tandwieltje op de achterste versnellingsas aan de beurt. Dit tandwiel moet extra geborgd worden om te voorkomen dat het tandwiel in de toekomst los kan lopen. Voor dit doel wordt bij de kit een handig stukje gereedschap geleverd dat dient om het tandwiel vast te zetten en tevens een boormal is voor de borgpennen. Dit zeskante hulpstukje leggen we eerst op het kleine tandwieltje. Bij de kit zitten twee lange paspennen die we door de gaten in het zeskante blokje in het tandwiel drukken. Met behulp van de twee bij de kit geleverde inbusboutjes zetten we het hulpstukje op het tandwiel vast. Hierna weer wat Locktite op de as en met een ringsleutel op het zeskante hulpstukje kan ook dit tandwiel stevig op de versnellingsbak as gedraaid worden met het juiste aanhaalmoment. Als ook het tweede tandwiel vast zit, gaan we eerst de twee paspennen er uit trekken, de inbusboutjes laten we nog even zitten. Nu moeten we het tandwiel gaan borgen op de as. Bij de kit wordt en stiftfreesje geleverd voor dit klusje. Met het zeskante stukje gereedschap als mal, frezen we met het freesje twee gleuven in de versnellingsbak as om het tandwiel te borgen. Dit klusje is een fluitje van een cent, met het stiftfreesje in de boormachine de frees gewoon in het gaatje van hulpstukje doen en met een lichte druk de frees de diepte in laten gaan. Als deze twee gleuven diep genoeg zijn om de stiftjes kwijt te kunnen, kan de boel worden schoongeblazen, de inbusboutjes losgedraaid en het malletje verwijderd worden. Nogmaals even de laatste staalsplinters wegblazen met perslucht en daarna kunnen we de twee korte borgpennen in de gaatjes in het tandwiel getikt worden. Als de twee borgpennetjes in het tandwiel zitten, monteren we het borgplaatje met de twee inbusboutjes, zodat de twee borgpennetjes later niet een keer naar buiten kunnen komen lopen.
Tot zover het meest gecompliceerde deel van de ombouw. Hierna volgt het afbouwen. We plaatsen eerst één van de twee bijgeleverde pakkingen op het versnellingsbakhuis. Tegen de pakking komt de tussenplaat met hevel en tussentandwiel. Daar tegen aan de tweede pakking en het buitenste deksel vaar de koppelingskabel inzit. Vergeet niet eerst even het koppeling druklager te monteren. Als alles weer in elkaar zit, nog even verse versnellingsbakolie in de bak en zijn we gereed met het mechanische deel.
Elektrische bedrading
Aan het begin van dit artikeltje schreven we al dat het erg belangrijk is dat men niet met draaiende motorblok gelijktijdig in de achteruit en een vooruit versnelling staat. Hiervoor met een startonderbreking aangesloten worden. Op de kit zit een schakelaartje dat bediend wordt door een nokje aan de pook om de achteruit in werking te zetten. Dit schakelaartje komt in de draad van de kill switch op het stuur. Als we nu de hevel bewegen om de motor in zijn achteruit te zetten, verbreekt de schakelaar de spanning naar de bobine en slaat de motor af. Omdat de motor natuurlijk wel moet blijven lopen als de hevel van de achteruit omgezet wordt en de versnellingsbak in zijn vrijstand staat, wordt een extra relais gemonteerd dat aangestuurd wordt door de originele neutraalstand sensor van de versnellingsbak. Dit relais overbrugd de onderbreking via de schakelaar als de motor in zijn vrijstand staat, zodat het motorblok in dat geval gewoon blijft lopen en men achteruit kan rijden..
Als je geen originele bedrading met een kill switch hebt, kun je het systeem voor de beveiliging met relais en schakelaar ook in de + draad naar je bobine zetten.
Controleer altijd, alvorens de motor te starten, of de beveiliging goed functioneert. Zet hiervoor het contact aan, maar start de motor niet. Met een multimeter of testlampje op de pluszijde van de bobine kun je controleren of de boel naar behoren werkt. Als je de achteruit versnelling niet gebruikt, moet je in alle versnellingen (ook de neutraalstand) spanning houden op de bobine. Met de bak in de neutraalstand en de achteruit versnelling ingeschakeld, moet de spanning op de bobine ook aanwezig blijven. Als de motor in zijn achteruit staan en je zet hem dan gelijktijdig in een versnelling, moet de spanning op de bobine direct wegvallen om de motor af te laten slaan als het blok zou draaien.
Na montage van deze kit wordt achteruit rijden met een zware motor, zijspancombinatie of trike plotseling erg leuk. Veel omstanders zijn niet gewend dat dit mogelijk is en kijken de ogen uit.