Pompen of verzuipen

Voor een standaard blok en een normale rijstijl voldoet de originele oliepomp op onze hedendaagse Harley prima. Gaan we echter wat (of veel) meer vermogen uit ons blok sleutelen, dan maken we een goede kans flink smering tekort te komen. We gaan in dit artikel eens kijken wat zoal de mogelijkheden zijn. Als basis gaan we van de Big Twin modellen uit, maar de meeste van de besproken modellen oliepompen zijn ook leverbaar voor de Sportster modellen. Vraag je dealer maar eens.


DE WERKING VAN DE BIG TWIN OLIEPOMP
De oliepompen van voor het bouwjaar 1973 waren een regelrechte ramp. In 1973 zagen de HD fabrieken in dat het zo echt niet langer kon en ontwikkelde men de nieuwe full-flow oliepomp. Deze pomp, die in een iets gewijzigde vorm ook nog op alle Evo-modellen gebruikt wordt, werkt grofweg als volgt: Een set tandwielen schept met de tanden olie op. Als de twee tandwielen op een bepaald punt in elkaar grijpen, is er geen plaats meer voor de olie en wordt deze meegeschepte olie via oliekanalen het motorblok in geperst. Via diverse kanalen in het motorblok worden de verschillende punten van olie voorzien, met uitzondering van het big-end. Als de oliedruk boven een bepaalde druk stijgt gaat er een klep in de oliepomp open en wordt de resterende olie naar het big-end geleidt. Na daar zijn smerende werking te hebben verricht wordt de olie door middel van spat-smering naar de cilinderwand gebracht om daar de cilinders en de zuigers te smeren. Het moet duidelijk zijn dat bij een te lage oliedruk de klep in de oliepomp niet of onvoldoende open gaat en het big-end, de zuigers en de cilinders achter in de rij staan en geen of te weinig smering krijgen.

ZWAARDERE VEERTJES IN DE POMP

After-market zijn er zwaardere veertjes op de markt die de openingsdruk van de klep in de oliepomp beïnvloeden. Zij worden nog wel eens in motorblokken toegepast die wat luidruchtig zijn op de hydraulische units van de kleppen. Dit is zeker geen elegante oplossing. Door een zwaarder veertje te monteren krijgen we wel een hogere oliedruk op de units, maar het big-end en de cilinders en zuigers komen hierdoor weer olie tekort. Het tikken van je kleppen is over het algemeen wel weg maar je verkort de levensduur van je motorblok drastisch. Maar niet doen dus.


DE POMP SNELLER LATEN DRAAIEN
Er zijn setjes aandrijftandwielen op de markt die de oliepomp sneller laten draaien. Deze setjes doen het niet echt slecht bij lagere toerentallen. Gaan we echter wat hogere toerentallen draaien, dan krijgen we een probleem. Een tandwielpomp die te snel draait pomp haast geen olie meer. Normaal gesproken horen de tanden van de oliepomptandwielen kleine hoeveelheden olie te verplaatsen door deze olie “mee te scheppen”. Draait de oliepomp echter te snel dan is het resultaat dat de olie niet tussen de tandwielen kan stromen en de oliepomp gaat dan stoppen met het pompen van olie en “loos” draaien. Zeker bij hogere toerentallen is het voor het motorblok natuurlijk een regelrechte ramp als het blok zo nu en dan even zonder smering komt te zitten doordat de oliepomp te snel draait. Dit soort tandwielsetjes blijven een lapmiddel en zijn een leuke tijdelijke oplossing als je de revisie van je blok nog een paar maanden uit wilt stellen en je een te lage oliedruk hebt. Je begrijpt natuurlijk dat de boel ook harder slijt als je de pomp sneller laat draaien dan de snelheid waar hij voor ontwikkeld is.


JIM’S “FLOW PRO 1” PUMP
De firma Jim’s levert een verbeterde versie van de originele oliepomp. Door voor wat hogere tandwielen te kiezen heeft men een grotere opbrengst verkregen. De aanvoerpomp heeft een opbrengst die 18 procent groter is, terwijl de terugvoerpomp 20 procent meer olie kan verwerken dan een originele oliepomp. Bij deze pomp is het hierdoor mogelijk om hem bij hetzelfde toerental meer olie te laten pompen dan de standaard pomp. Door de grotere opbrengst bereikt men natuurlijk ook eerder de benodigde druk om de klep te laten openen. Dit heeft weer tot gevolg dat het big-end en de zuigers en cilinders eerder van olie voorzien worden en ook een grotere hoeveelheid olie toebedeeld krijgen. Deze oliepomp van de firma Jim’s is gefreesd uit hoogwaardig aluminium.


DE SPORTSTER OLIEPOMP
We maken nu even een zijsprongetje naar de oliepomp van de de Sportster. Deze modellen van Harley-Davidson draaien een veel hoger toerental dan de Big Twin modellen. Omdat Harley met de Sportster modellen van 1974 en eerder nog wel eens problemen had met de olievoorziening, ging men met ingang van het bouwjaar 1975 een ander model oliepomp monteren. Men stapte van de tandwielpompen af en ging over op een z.g. gerotor. Een gerotor bestaat uit twee delen, een binnenrotor en een buitenrotor.De binenrotor heeft altijd één tand minder dan de buitenrotor. Beide rotors draaien in of om een vast punt en de hartlijnen van de rotors staan uit elkaar. Bij een gerotor set wordt de olie de eerste 180 graden van de omwenteling van de pomp meegenomen in een ruimte die steeds grotor wordt. Gedurende dat deel van de omwenteling zuigt de pomp de olie dus aan. Tijdens de volgende 180 graden van de omwenteling van de pomp wordt de olie in een steeds kleinere ruimte geperst, om daarna onder druk via de uitgang van de pomp richting de smeerpunten van het blok te verdwijnen. Het klinkt allemaal vrij ingewikkeld, maar een blijk op de tekening van de gerotor maakt het allemaal een stuk duidelijker.

ZIPPER’S PROFLOW OLIEPOMP

De firma Zipper’s wilde de problemen die de originele pomp geeft in high-performance toepassingen bij hogere toerentallen voor eens en voor altijd oplossen. Men begreep bij Zipper’s wel dat de traditionele oliepomp met zijn tandwielen in de aanvoerpomp in high-performance toepassingen zijn beperkingen bleef houden. Om die reden koos men bij de aanvoerpomp niet voor tandwielen maar voor een gerotor systeem. Dit systeem wordt al sinds mensenheugenis bij de Sportster modellen toegepast en is technisch veel beter dan de tandwielen die HD toepast in de Big Twins. Het voordeel van dit systeem is dat ook bij hoge toerentallen de pomp gewoon zijn werk blijft doen en niet “doodslaat”, welke neiging de originele pomp wel heeft. Voor de terugvoer past Zipper’s tandwielen toe die een veel grovere vertanding hebben dan de originele van HD. Het resultaat is dat de aanvoerpomp twee maal zoveel olie het blok in pompt dan de originele oliepomp, terwijl de terugvoerpomp een drie maal grotere capaciteit heeft. Een tweede voordeel van deze pomp is dat het big-end niet, zoals bij de originele oliepomp, pas smering krijgt als de oliedruk hoog genoeg is en de regelklep opengaat. Bij deze pomp regelen gemakkelijk te bereiken sproeiers onafhankelijk hoeveel olie naar het onderblok en naar het bovenblok gaat. Hierdoor krijgen alle delen van het motorblok bij ieder toerental altijd ruim voldoende olie. Als de oliedruk te hoog wordt gaat er een klep open in de pomp die het teveel aan olie direkt naar de olietank terug stuurt.

RESTRICTIE IN DE PINIONSHAFT

Zelfs op standaard motoren van een wat ouder bouwjaar met een originele oliepomp is de oliehuishouding een ongecontroleerd zooitje. Afhankelijk van het toerental en de temperatuur van de oliepomp krijgt het big-end soms te weinig of geen olie en soms ook weer te veel. Om hier wat meer lijn in te brengen en een stabielere druk in het smeersysteem te verkrijgen hebben de HD-fabrieken in de modellen van na 1983 een restrictie aangebracht in de pinionshaft. Aan het uiteinde van de pinionshaft zit in de as een messing busje met een doorlaat van 2 millimeter. Het is zonder meer aanbevelenswaardig om dit ook in de oudere blokken te monteren. Het oliesysteem wordt een stuk stabieler en veel problemen met tikkende hydraulische units zijn definitief opgelost omdat de drukschommelingen in het smeersysteem veel minder zijn. Veel kwaliteits pinionshafts zijn door de fabrikant al met zo’n restrictie (metered oil hole plug) uitgerust. De goedkopere aftermarket pinionshafts hebben deze voorziening vaak niet, maar dat is geen probleem want deze “metered oil hole plug” is ook los te verkrijgen en is eenvoudig met een drupje lock-tite in je pinionshaft te monteren.


BREATHER VALVES
De breather valve regelt de carterdruk en beïnvloed ook de oliepomp. In de latere modellen (na eind 1982) hebben de HD-fabrieken plastic exemplaren gemonteerd omdat deze veel goedkoper te produceren zijn. Deze plastic breather valves zijn echter absolute “killers” voor je carter. Ze nemen meestal al vrij snel een ovale vorm aan, waardoor ze hun werk niet meer naar behoren kunnen doen. Een veel ernstiger euvel is echter dat het plastic je carter wegvreet. Zeer regelmatig worden wij geconfronteerd met de gevolgen van deze “cartervreter”. Voorkom in je blok zeer dure reparaties en vervang deze plastic breather valves altijd door een degelijk stalen model. De firma S&s levert voor een redelijk bedrag een stalen breather van een zeer hoge kwaliteit.

OPMERKING

Bovenstaande mogelijkheden zijn natuurlijk voor bepaalde doelgroepen. Iemand die lekker met 120 kilometer per uur rustig rondtoert op zijn Evo heeft beslist geen speciale oliepomp nodig. Als je echter in de buurt van je breather valve aan het werk bent adviseren we wel om de plastic breather valve te vervangen door een stalen model van bijvoorbeeld S&S. Denk er echter wel aan dat ook een originele oliepomp op een standaard motorblok in perfecte staat moet verkeren. Een versleten of niet goed functionerende oliepomp zal altijd voor een vroegtijdig overlijden van je geliefde motorblok zorgen. Als je oliepomp versleten is kun je via bijvoorbeeld de firma S&S een zeer goede vervangpomp kopen. Voor motorblokken van voor 1973 zijn de moderne pompen echt een “must”. Vergeet echter niet ook even de benodigde oliekanaaltjes bij te boren anders kom je van de regen in de drup.