Hou 'm recht
HOU ‘M RECHT
Toen de H.D. fabrieken met de rubbermount modellen uitkwamen, eerst de FLT-Tour Glide-modellen en later de FXR-modellen, werden we geconfronteerd met twee nieuwe dingen. Het eerste was dat er ineens Harley’s op de markt kwamen die comfortabel reden, niet trilden en waarbij je gewoon in een paar (stilstaande) achteruitkijk-spiegels kon kijken, het tweede was dat er een nieuw soort onderhoud bij de motoren kwam n.l. het uitlijnen van de motorfiets. Over het uitlijnen gaat dit artikel.
Het uitlijnen van de rubbermount modellen is erg belangrijk en kan het verschil betekenen tussen het gevoel alsof je op een lichamelijk gehandicapte krab rijdt en het rijden op een strak sturende fiets. Het is vaak hetzelfde probleem als met slechte schokbrekers, doordat de slijtage langzaam ontstaan is ben je aan het slechte sturen gewend. Door nu de boel weer perfect in orde te brengen lijkt het plotseling alsof je weer een nieuwe motor hebt.
We stellen bij de rubbermounts de horizontale en de vertikale as af van de motor. Hiervoor zijn er twee stelmogelijkheden n.l. een steloog aan de voorkant van het motorbok die het motorblok, de versnellingsbak en de achterbrug met achterwiel in een lijn met de rest van het frame houdt en een steloog dat een verbinding vormt tussen het frame en de bovenkant van het blok. Dit steloog zorgt ervoor dat het boeltje verticaal recht in het frame blijft staan.
Alvorens we tot het werkelijke uitlijnen van de motor overgaan, moeten we eerst nog wat andere dingetjes controleren. Eerst zet je een blok hout of een krik onder de voorkant van je motor zodat het voorwiel van de motor los van de grond komt. We controleren eerst of het balhoofd geen speling heeft en of de voorwiellagers spelingvrij zijn. Als dit allemaal in orde is, kijken we of de velgen recht zijn door een schroevendraaier tegen de vorkpoot te houden met de punt een klein beetje van de velg af. Als we nu het wiel een flinke slinger geven zodat het gaat draaien, kunnen we zien of er een zijdelingse slag in de velg zit. De zijdelingse uitslag mag maximaal 1,2 mm zijn. Als het meer is moet je eerst je wiel (laten) richten. Controleer gelijk bij spaakwielen de spanning van de spaken even als je bezig bent. Je draait het wiel en laat de schroevendraaier langs de spaken “tikken”. Alle spaken moeten dezelfde, hoge toon geven. Als alles gecontroleerd en in orde bevonden is, verplaatsen we het blok hout naar de achterzijde van het frame (zo’n beetje onder de versnellingsbak) zodat het achterwiel los van de grond komt. Ook hier controleren we de wiellagers en de velg.
Na dit voorbereidende werk kunnen we overgaan tot het werkelijke richten. We hebben daar een “special tool” voor nodig dat we even maken van een stuk rond materiaal met de lengte van ongeveer 70 cm en een dikte van ongeveer 3 mm. Zelf gebruiken we altijd een lasstaaf, die gebruikt wordt bij autogeen lassen. We buigen het zoals afgebeeld staat in het werkplaatsboek. Aan de korte kant slijpen we een punt. Over het lange eind moeten we nu iets schuiven dan wel te bewegen is maar niet te makkelijk schuift. Je kan hier bijvoorbeeld een rubbertje van de olieleidingen van een shovel voor gebruiken (H.D. ond.nr.63529-57), een tie-wrap of een stukje soldeertin. Met een klein schoevendraaiertje wippen we de twee sierdopjes uit de achterbrug ophangblokken. Achter deze sierdoppen vinden we de achterbrugas met daarin aan elke kant een center. In dit center zetten we de punt van ons “special tool”. Met de motor nog steeds rechtop met het achterwiel vrij van de grond, schuiven we nu het beweegbare merkpunt op het lange eind zodat het precies in het hart valt van de as van het achterwiel.
Nu lopen we om de motor heen en controleren hetzelfde aan de andere kant. Als deze maten niet gelijk zijn, moet je de moer van de achterwielas losdraaien en met behulp van de kettingspanners de maat aan beide zijden gelijk maken. Zet nu de moer van de achteras weer vast. Met het achterwiel van de grond maak je nu een bevestigingsbout van het bovenste afstelpunt los. Meestal moet je daarvoor eerst de benzinetank van de motor halen. Je kan kiezen uit de bout door het frame of de bout door de cilinderbrug (kijk maar waar je het makkelijkst bij kunt). Hierna maken we de spannings regelaar met de beugel los aan de voorkant van het frame. Onder deze beugel vinden we een rubber waar het motorblok inhangt en het voorste steloog. Voor we verder gaan, moeten we eerst alle rubbers controleren op scheuren en vervorming. Bij de achterbrug is het nodig om met een goede zaklamp onder de motor te kruipen. Controleer ook de twee stelogen op speling. Als de rubbers niet goed zijn of de stelogen speling hebben, moeten we eerst de defecte delen vervangen. Aan weerszijden van het voorste ophangrubber zitten twee kleinere bouten die het ophangrubber vastzetten aan het frame. Draai van die twee bouten de moeren een flink aantal slagen los.
Nu hebben we twee rechte staven nodig van ongeveer 2,3 meter lengte (deze maat is een beetje afhankelijk van de voorvorklengte). Een paar stukken hoeklijn doen het prima. Met een paar lijmtangen o.i.d. zetten we deze staven aan weerszijden tegen de achterband aan. Nu moeten we het voorste steloog zo afstellen dat het voorwiel (met het stuur recht) precies midden tussen de twee staven valt. Als je voor en achter dezelfde breedte banden hebt, moeten de staven dus aan iedere kant van de motor de banden overal raken. Bij een smaller voorwiel moet de afstand van de staven naar de zijkant van het wiel aan beide kanten van de motor gelijk zijn. Als alles goed staat kunnen we de twee borgmoeren van het voorste steloog vastzetten.
Met een lange drevel en een hamer tik je nu het voorste ophangrubber precies onder het gat in de voorste motorsteun zodat de hele boel spanningsvrij in het frame hangt. Hierna zet je de twee bouten, waarmee het rubber op het frame zit, weer vast. Nu gaan we naar het bovenste steloog toe. Je verstelt het zo dat je de bout zonder kracht te zetten in de gaten kan duwen zonder het motorblok naar links of rechts te duwen. Dit oog ook weer monteren en de borgmoeren van de stelbout vastzetten. Nu kunnen we de tanken, de spanningsregelaar en de sierdopjes in de achterbrugophanging weer monteren. Na het controleren van de bandenspanning staats niets een flinke proefrit meer in de weg.
Doe het met rubber,