De Harley-fabrieken hebben gedurende ruim 60 jaar één enkele nokkenas toegepast bij de meeste Big Twin modellen. In de hedendaagse tijd is deze constructie zo langzamerhand voor verbetering vatbaar. Vandaag den dag wil men veel vermogen en weinig uitstoot van schadelijke uitlaatgassen. Om dit te bereiken heeft men een optimaal functionerende motor nodig met een hoog rendement. Met de enkele nokkenas bij de oude modellen is het probleem dat de nokkenas zich niet recht onder de stoterstang kan bevinden. Hij zit redelijk recht onder de de stoterstangen van de inlaatkleppen, maar de stoterstangen van de uitlaten staan onder een vrij extreme hoek. Deze zullen dan ook tijdens het openen van de uitlaatkleppen wat rare capriolen moeten maken om hun werk te kunnen doen. Dit gaat ten koste van het rendement van het motorblok.

Als je deze constructie wilt verbeteren is de meest voor de hand liggende natuurlijk bovenliggende nokkenassen. Hiermee raak je echter het traditionele uiterlijk van het H.D. motorblok kwijt omdat je hierbij zeer grote en hoge klepdeksels nodig hebt, de traditionele klephulzen er niet meer zijn, etc. Een alternatief is vier nokkenassen in het carter, zoals bij de Sportster modellen. Je krijgt dan echter weer een geheel andere vorm van het carter. Met de Twin Cam heeft Harley een goede middenweg bewandeld. Door onder elke cilinder een nokkenas te plaatsen staan de stoterstangen redelijk recht tussen de nok en de tuimelaar. De klepdeksels veranderen niet en het nokkenasdeksel wordt maar iets groter, waardoor het uiterlijk niet ingrijpend verandert. Het resultaat is zichtbaar bij de Twin Cam; ondanks veel consessies om te voldoen aan extreme milieu-eisen, presteert dit motorblok als een tierelier, hij is bijzonder zuinig met de brandstof en ook nog vriendelijk voor de atmosfeer.

Natuurlijk zijn er altijd H.D-rijders niet niet tevreden zijn met een goed gemiddelde en alleen het beste willen. Toen Tonnie binnen kwam stappen met plannen voor een FXR Pro Street met 4 nokkenassen waren we gelijk enthousiast. Hij had gekozen voor een Delkron billet 4-cam Big Twin carter, Axell big-bore cilinders en STD cilinderkoppen. Om het geheel van voldoende olie te voorzien, werd een ProFlow oliepomp gemonteerd. Dit waanzinnige motorblok vraagt er gewoon om in een stabiel rubber-mount frame gehangen te worden. Om die reden viel de keus op een Pro Street FXR frame. Eerst werd bij Zodiac een 6-versnellingsbak (5-bak met overdrive) opgehaald en achter het motorblok gemonteerd. Toen kwam het spannende moment om te gaan kijken of het geheel in het frame paste. Omdat de vorm van het carter natuurlijk anders is dan die van een traditioneel motorblok, hadden we al wat probleempjes verwacht. Daar komt dan nog bij dat een rubbermount model natuurlijk wel een stuk fijner en comfortabeler rijdt, maar dat het blok en de versnellingsbak door deze constructie wat ruimte in het frame nodig heeft om vrij te kunnen bewegen in de rubbers. Uiteindelijk bleek het allemaal wel mee te vallen. De onderste framebuis aan de kant van het nokkenasdeksel moest wat aangepast worden om hier voldoende ruimte te creëren en toen floepte alles zo in het frame.

De koppelingsbediening
Zoals al eerder gemeld gingen we bij deze motor voor kwaliteit. Vast stond dat de bediening van de koppeling hydraulisch moest geschieden. Na een vergelijkend warenonderzoek viel de keus op een systeem van het merk A.R.T. De reden was dit zijdeksel van de versnellingsbak een stalen bus als cilinder voor de bedieningszuiger heeft. De slijtage is bij deze constructie veel minder en de loop-eigenschappen van de zuiger zijn merkbaar beter. Een leuke bijkomstigheid van het A.R.T.-deksel is dat het uiterlijk afwijkt van de andere billet deksels en een fraaie hi-tech uitstraling heeft.

Tonnie zijn project is nog lang niet klaar, maar we wilden de lezers de foto’s van dit toch wel unieke blok niet onthouden. Als hij klaar is met deze fiets hopen we dat hij de foto’s van het eindresultaatook in dit blad publiceerd.